De vrijwilliger in sportclubs: fiscale aandachtspunten
Dat een sportclub niet zonder vrijwilligers kan, staat buiten kijf. Ieder zichzelf respecterende club zet dan ook jaarlijks haar vrijwilligers in de bloemetjes. Naast deze appreciatie, is het voor een sportclub ook van belang om het fiscaal kader rond haar vrijwilligers in de gaten te houden. Gezien men steeds meer een vergoeding aan de vrijwilligers uitkeert, is het zowel voor de sportclub als voor de vrijwilliger belangrijk om rekening te houden met de fiscale rechten en plichten.
Wordt een vrijwilliger fiscaal belast?
Een vrijwilliger voert vrijwilligerswerk uit. Volgens de wet van 3 juli 2005 op de vrijwilligers moet het dan gaan om "een activiteit die uit vrijwilligheid of zonder verplicht karakter, onbezoldigd wordt verricht ten behoeve van anderen of van de samenleving in een min of meer georganiseerd verband."
Een sportclub kan ervoor kiezen om een vrijwilligersvergoeding uit te keren aan een bepaalde vrijwilliger. Als de fiscale administratie de vergoeding wilt belasten, moet het bewijzen dat deze vergoeding onder één van de vier soorten inkomsten (onroerend; roerend; divers; beroepsinkomen) valt.
De wet van 3 juli 2005 zorgde er onder andere voor dat de vrijwilligersvergoeding binnen bepaalde grenzen (32,71 euro per dag of 1.308,38 euro per jaar in 2015) niet fiscaal belast wordt, omdat ze als een terugbetaling van kosten eigen aan de organisatie moet worden beschouwd.
Let wel: de fiscale vrijstelling geldt enkel voor de vrijwilliger die als natuurlijk persoon op onbaatzuchtige wijze, onbezoldigd en in een georganiseerd verband zijn activiteiten uitoefent. Het vrijwilligerswerk gebeurt in dat geval voor een feitelijke vereniging, vzw of federatie.
Is de vrijwilligersvergoeding altijd onbelastbaar?
Neen. Van zodra de vrijwilliger de grensbedragen overschrijdt of als men buiten het toepassingsgebied (zie hierboven definitie "vrijwilligerswerk") valt, wordt de onbelastbaarheid onzeker. De fiscus moet wel nog steeds bewijzen dat de vergoeding gekwalificeerd kan worden onder één van de inkomsten zoals beschreven in het wetboek van inkomstenbelastingen. Hiervoor moet het twee elementen aantonen:
- de vrijwilliger moet een voordeel ontvangen en het mag niet enkel gaan om een terugbetaling van de kosten.
- de vergoeding moet verkregen zijn in het kader van een beroepswerkzaamheid.
Zo zal een onkostenvergoeding steeds onbelastbaar zijn. Als er geen sprake is van een beroepskarakter maar wel van een voordeel, zal de vrijwilligersvergoeding als een divers inkomen belastbaar zijn. Om van een beroepsinkomen te kunnen spreken, moeten de activiteiten uitgeoefend worden met een bijzondere kennis van zaken met de intentie om er een professioneel inkomen uit te halen.
Fiscale lessen in de praktijk
Voor de sportclubs die met vrijwilligers werken, kan sportonoom alleen maar aanraden om te checken of de betrokken vrijwilligers onder de wet van 3 juli 2005 (of onder een andere circulaire) valt. De sportclub moet te allen tijde de fiscale wetgeving eerbiedigen, indien het niet bestraft wilt worden door de fiscus.
Commerciële ondernemingen (bvba, nv,...) vallen doorgaans buiten de fiscale onbelastbaarheid inzake vrijwilligers. Eén van de mogelijkheden om dit fiscaal voordeel toch te bekomen, bestaat erin om een vzw op te richten die fungeert tussen de vennootschap en de betrokken vrijwilligers.
De vrijwilligers zelf moeten zich uiteraard steeds houden aan de opgelegde grensbedragen omtrent de vrijwilligersvergoeding. Eenmaal men hierboven gaat, wordt men in feite een werknemer in de ogen van de fiscus en wordt de vergoeding als loon gezien. Aangezien hier zware boetes op staan, kan men als vrijwilliger die een vergoeding ontvangt dan ook best op zijn hoede zijn.
Indien je als vrijwilliger of als sportclub jouw concrete situatie vrijblijvend met ons wilt bespreken, aarzel dan zeker niet om contact met ons op te nemen. We helpen je graag verder!