Talentvolle jongeren in de jungle van het profvoetbal

28-05-2015

Voetballiefhebbers die het nieuws over jonge beloftevolle spelers volgen, worden ermee om de oren geslaan. Voetballertjes worden op steeds jongere leeftijd aangeklampt door allerlei profclubs die elkaar proberen te overstijgen in beloftes om zo jonge talenten een contract te laten tekenen. Op zich niets mis mee, wetende dat de voetbalresultaten voor het grootste deel afhangen van de prestaties van de spelers op het veld. Toch wilt sportonoom hierover een aantal juridische vragen aan de kaak stellen... 

Minderjarig

In de regel is een minderjarige niet handelingsbekwaam om als partij een contract af te sluiten (art. 1124 burgerlijk wetboek). Toch kunnen minderjarigen een arbeidsovereenkomst sluiten, indien ze de uitdrukkelijke of stilzwijgende machtiging van hun ouders of voogd bekomen (art. 43 arbeidsovereenkomstenwet).

In het voetbal geldt er een licht afwijkende regel. In het profvoetbal kan men pas een arbeidsovereenkomst aangaan als men de leeftijd van zestien bereikt heeft (art. 6 wet betaalde sportbeoefenaar van 24.02.1978).

Hierdoor worden aanstormende talenten op zeer jonge leeftijd naar het buitenland gelokt. Het zou niet de voetbalwereld zijn, moest hierop geen oplossing worden gevonden.

Sterkmaking

Tegenwoordig doet de voetbalsector een beroep op de juridische constructie van 'sterkmaking'. Dit is een overeenkomst waarin de ouders van de minderjarige voetballer in kwestie zich verbinden om bij de geïnteresseerde voetbalclub een profcontract te sluiten als hun kind eenmaal zestien geworden is. De ouders worden dus als sterkmakers gezien en kunnen worden gehouden om een schadevergoeding te betalen als de verbintenis niet wordt nagekomen door de derde partij, d.i. de minderjarige profvoetballer.

De speler zelf behoudt uiteraard de vrijheid om zich al dan niet te verbinden, aangezien hijzelf het sterkmakingsbeding niet is aangegaan en er dus niet door gebonden is. Dit zou pas het geval zijn als deze het contract bekrachtigt, rekening houdend met de vormvoorschriften van het arbeidscontract.

Op het moment van de toestemming/bekrachtiging, is de sterkmaker zijn verbintenis nagekomen en verdwijnt deze uit de rechtsband. De sterkmaker heeft dan ook niets meer te maken met de toekomstige rechtsgevolgen en eventueel andere juridische problemen uit het betreffende contract.

Probleem?

Om een geldig contract te kunnen afsluiten, moeten de volgende vier voorwaarden worden vervuld (art. 1108 - 1133 burgerlijk wetboek):

  1. Toestemming van de partijen;
  2. Bekwaamheid van de partijen;
  3. Voorwerp van het contract;
  4. Oorzaak van het contract.

De oorzaak van een contract betreft het onderliggende motief van het contract, met name de reden waarom men een contract wilt afsluiten. In principe is een contract nietig als het is aangegaan uit valse oorzaak. Dit doet zich voor als men doet alsof om het ware motief verborgen te houden.

Wat betreft deze geldigheidsvereiste stelt er zich een probleem. Zoals u al door heeft, is het de bedoeling van de sterkmaking om de leeftijdsgrenzen omtrent het vastleggen van minderjarige voetballers te omzeilen.

Daarnaast kunnen er vragen worden gesteld bij de toestemming van de minderjarige voetballer, eenmaal de leeftijd van zestien jaar is bereikt en het voor de hand ligt dat het kind een arbeidsovereenkomst sluit met de betrokken voetbalclub.

Het is betwijfelbaar of de speler in kwestie op dat ogenblik uit volledig vrije wil de overeenkomst aangaat. Daarenboven kan de speler onder de achttien jaar de overeenkomst slechts afsluiten met machtiging van de ouders. Juridisch bekeken, komt het erop neer dat de ouders finaal beslissen of het contract tot stand zal komen.

Tot slot, is er nog de discussie over de schadevergoeding die de ouders mogelijks moeten betalen als het contract uiteindelijk niet wordt afgesloten. Volgens het huidig sportrecht mag de vergoeding enerzijds niet gebaseerd worden op de marktwaarde van de speler. Anderzijds is een kind vrij om naar een andere club te gaan zonder enige financiële compensatie zolang er nog geen profcontract getekend is (Vlaams decreet betreffende de niet-betaalde sportbeoefenaars van 24.07.1996).

Grond van de zaak

Dit probleem van minderjarigen in het profvoetbal moet worden belicht tegen een internationale markt, waarin de voetbalindustrie handelt. Voor vele voetbalclubs uit de grote voetballanden zijn de schadevergoedingen, die vasthangen aan het sterkmakingsbeding, peanuts.

Kleinere (lees: minder rijke) voetbalclubs kunnen alle inkomsten goed gebruiken en zullen jonge talenten zo vroeg mogelijk onder contract willen leggen om ze daarna met een meerwaarde door te kunnen verkopen. De vraag is of dit juridisch gezien het best via de constructie van sterkmaking verloopt, gelet op de hierboven aangetoonde gebreken.

Sportonoom zet dan ook zijn creatief brein in werking en zal trachten om oplossingen rond het profvoetbal en minderjarigen aan te reiken aan zijn lezers. U hoort nog van ons!